Orgels / Amsterdam / Amstelkerk
Amstelveld, Amsterdam


Als onderdeel van de tweede Grachtengordel in Amsterdam werd in de periode 1668-1670 op het Amstelveld een houten kerkgebouw neergezet voor de Hervormde gemeente van Amsterdam. Daniël Stalpaert ontwierp het. De bedoeling was om in een later stadium het gebouw te vervangen door een stenen gebouw. Dat is echter nooit gebeurd. Onder leiding van architect Willem Springer werd de Amstelkerk in 1840 verbouwd en vergroot. Dit werd gefinancierd dankzij een legaat.
In 1985 werden voor het laatst kerkdiensten in de Amstelkerk gehouden. Het gebouw is tegenwoordig eigendom van Stadsherstel Amsterdam en is gebouwd tot kantoorruimte. Ook worden er regelmatig culturele activiteiten gehouden.

Orgel

Tijdens de kerkverbouwing en vergroting in 1840 werd de Amstelkerk voorzien van een orgel. De zoon van kerkarchitect Willem Springer, Hendrik, ontwierp het orgelfront. De firma Bätz uit Utrecht bouwde het orgel dat op 9 juli 1843 in gebruik werd genomen met een bespeling door J.H.C. ten Broeke, de organist van de Oude Kerk in Amsterdam.
Het orgel is in de loop van de anderhalve eeuw nauwelijks gewijzigd, op de vervanging van de Quintfluit 3vt door een Salicet 8vt op het bovenwerk. Mogelijk was het orgelmaker Spit die dit in 1903 uitvoerde. Ook de tremulant en ventiel zijn verdwenen.
In 1991 werd het orgel door Flentrop Orgelbouw gerestaureerd. Rudi van Straten van Monumentenzorg was hierbij adviseur.

Dispositie van het Bätz-orgel (1843):
Hoofdwerk: Bovenwerk: Pedaal: Werktuiglijke registers:
Prestant 16' Holpijp 8' Aangehangen Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk
Prestant 8' Viola di Gamba 8' Tremulant Bovenwerk
Roerfluit 8' Salicet 4' Afsluiter Hoofdwerk
Octaaf 4' Roerfluit 4' Afsluiter Bovenwerk
Fluit 4' Quintfluit 3'
Quint 3' Gemshoorn 2'
Octaaf 2'
Mixtuur IV-VIII sterk
Cornet V sterk
Trompet 8'

Terug naar boven