Orgels /
Amsterdam / Westerkerk
Prinsegracht 281,
Amsterdam
De Kerk
De Westerkerk, een ontwerp van Hendrick de Keyser is op 8 juni 1631 in gebruik genomen als volkskerk voor nieuwe bebouwing rondom de pas aangelegde grachtengordels van Amsterdam. Het was het grootste kerkgebouw ter wereld dat werd gebouwd na de Reformatie. Met een hoogte van 85 meter is de Westertoren de hoogste toren van Amsterdam.
Hoofdorgel
Het instrument werd
in 1686 voltooid door Roelof Barentsz en Johannes Duyschot. Het bezat toen twee
klavieren en pedaal. Christian Vater voegde in 1727 het Bovenwerk toe. In de
eeuwen daarna werd het orgel vele malen aangepast aan een zich steeds wijzigend
klankideaal.Na de restauratie van 1939 was een in alle opzichten onhoudbare
situatie ontstaan.
In de jaren 1989-1992 werd het orgel herbouwd door Flentrop Orgelbouw uitgaande
van de toestand van 1686/1727. Slechts ongeveer 600 pijpen uit die tijd waren in
het instrument nog aanwezig. Op grond van analyse van dit materiaal werden 3000
pijpen nieuw bijgemaakt. Drie tongwerken werden aan de oude dispositie
toegevoegd: Dulciaan 8', Fagot 16' en Trompet 4'. De originele windladen, die in
gewijzigde vorm nog aanwezig waren, werden gerestaureerd. De mechanische
tractuur moest opnieuw worden aangelegd, nieuwe klaviatuur en registerknoppen
werden in oude stijl gereconstrueeerd. De uit 1845 daterende frontpijpen van
Hoofdmanuaal, Rugpositief en Pedaal bleven gehandhaafd. De Baarpijp uit 1895
werd opnieuw geplaatst. De 17e eeuwse toonhoogte, a'460 Hz., werd, door
opschuiven van pijpwerk, gewijzigd naar a'440 Hz. in combinatie met evenredig
zwevende stemming. Hierdoor werd samenspel met andere instrumenten en uitvoering
van muziek uit de 19e en 20e eeuw mogelijk gemaakt. De oude bestanddelen van het
orgel waren te fragmentarisch om te kunnen spreken van een restauratie of
reconstructie. De term herbouw is hier het meest op zijn plaats. De
oorspronkelijke kas, windladen en zo'n 20% van het pijpwerk uit de 17e en 18e
eeuw drukten hun stempel op het project. De creatieve interpretatie van het
verleden door de orgelmakers droeg zeker bij tot het resultaat: een orgel dat
wortelt in de historie en dat tegelijkertijd bruikbaar is voor de kerkelijke en
culturele functie van een grote stadskerk.
Dispositie van het Duyschot/Flentrop-orgel (1686/1992): | |||
Hoofdwerk: | Rugwerk: | Bovenwerk; | Pedaal: |
Prestant 16’ | Prestant 8’ | Prestant 8’ | Bourdon 16’ |
Octaaf 8’ | Holpijp 8’ | Baarpyp 8’ | Prestant 8’ |
Quintadeen 8’ | Quintadeen 8’ | Quintadeen 8’ | Roerquint 6’ |
Octaaf 4’ | Octaaf 4’ | Octaaf 4’ | Octaaf 4’ |
Nasaet 3’ | Open Fluit 4’ | Holfluit 4’ | Bazuin 16’ |
Superoctaaf 2’ | Octaaf 2’ | Quint 3’ | Trompet 8’ |
Mixtuur basc./disc. IV-VII sterk | Sifflet 1’ | Woudfluit 2’ | Trompet 4’ |
Scharp basc./disc. IV-VII sterk | Mixtuur III-VIII sterk | Ruispijp III-VI sterk | |
Sesquialter III-IV sterk disc. | Scharp III-VIII sterk | Tertiaan II-III sterk | Werktuiglijke registers: |
Fagot 16’ | Scherp IV sterk | Dolceaan 8’ | Koppel Hw-Rw |
Trompet 8’ | Sesquialter II-III sterk | Vox Humana 8’ | Koppel Rw-Hw |
Trompet 8’ | Koppel Hw-Bw | ||
Koppel Ped-Hw | |||
Koppel Ped-Rw | |||
Koppel Ped-Bw | |||
Tremulant gehele orgel | |||
Tremulant Rw | |||
Tremulant Bw |
Ds. H. Visser-koororgel
Dit orgel werd in 1963 gebouwd door D. A. Flentrop. De toenmalige predikant van de Westerkerk, Ds. H.A. Visser, kreeg het aangeboden ter gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubileum. Het orgel werd in in de jaren 1999 - 2000 gerestaureerd door Flentrop Orgelbouw. Bij de heringebruikname kreeg het de naam Ds. H. A. Visser orgel.
Dispositie van het Flentrop-orgel (1963): |
||
Hoofdwerk: |
Zwelwerk: |
Pedaal: |
Holpijp 8’ |
Holpijp 8’ |
Subbas 16’ |
Prestant 4’ |
Open Fluit 4’ |
|
Gemshoorn 4’ |
Nachthoorn 2’ |
Werktuiglijke registers: |
Octaaf 2’ |
Cymbel I-II sterk |
Koppel Hoofdwerk-Zwelwerk |
Sesquialter II sterk |
Regaal 8’ |
Koppel Pedaal-Hoofdwerk |
Mixtuur III-IV sterk |
|
Koppel Pedaal-Zwelwerk |
|
|
Tremulant Zwelwerk |