Orgels / Krommenie / Nicolaaskerk
Kerkplein 1, Krommenie

Kerk

Nadat de inwoners van Krommenie eerst in Uitgeest ter kerke gingen, werd uiteindelijk een kapel in Krommenie gesticht. Het is niet bekend wanneer dit plaatsvond, maar vermoedelijk stond deze kapel op de plaats van de huidige kerk. Voor het eerst komt de kapel ter sprake in documenten van de Abdij van Egmond in 1375.
Vermoedelijk is het huidige kerkgebouw verrezen tussen 1395 en 1400. Bij een aanval door Spaanse troepen op 19 februari 1574 ging het halve dorp inclusief de kerk in vlammen op. Het overgebleven deel werd nog datzelfde jaar door rondtrekkende Spanjaarden geplunderd en platgebrand. Na de Tachtigjarige oorlog werd een deel van de kerk voorzien van een dak, zodat er weer diensten konden worden gehouden.
In 1657 en 1658 werd de kerk weer hersteld en hierbij vergroot. De toren is vermoedelijk nog grotendeels uit de oorspronkelijke bouwtijd.
Tussen 1964 en 1969 is de kerk gerestaureerd en in 2009 is de entree van de kerk vernieuwd en zijn enkele nevenruimtes gerealiseerd. Sinds 2008 heeft de kerk haar oude naam weer terug: Nicolaaskerk

Voorgaand orgel

Foto ©: Collectie P. Bron

In 1844 bouwde orgelmaker Georg Hendrik Wilhelm Quellhorst een nieuw tweeklaviers orgel voor de Hervormde Nicolaaskerk te Krommenie. Het werd echter niet door Quellhorst voltooid, zodat de Amsterdamse orgelmakers Flaes & Brünjes nog datzelfde jaar het werk afmaakten.
Aan het einde van de 19e eeuw is het instrument door orgelmaker A.M.Th. Van Ingen ingrijpend verbouwd.
Nadat in 1968 een ander orgel werd aangeschaft, werd het tijdelijk in het koor van de Grote Kerk ini Monnickendam geplaatst ter vervanging van het daar aanwezige orgel dat gerestaureerd werd. nam men in Krommenie een ander orgel in gebruik, een Bätz-orgel afkomstig uit Zaandam. In 1969 werd in Monnickendam het schip van de kerk weer in gebruik genomen. Het Quellhorst-orgel uit Krommenie is hierop verwijderd en daarna afgebroken.

Dispositie van het voormalige Quellhorst-orgel (1844) na wijzigingen door A.M.Th. Van Ingen

Manuaal I:

Manuaal II:

Pedaal:

Bourdon 16' - C-B

Bourdon 16' - vanaf c

Grondbas 16'

Principaal 8'

Prestant 8' - vanaf c

Roerfluit 8' - C-B

Holpijp 8'

Werktuiglijke registers:

Viola 8' - vanaf c

Viola di Gamba 8'

Koppel Manuaal I-Manuaal II

Prestant 4'

Salicionaal 4'

Koppel Pedaal-Manuaal I
Quint 3' Hobo 8' - vanaf c
Octaaf 2'
Mixtuur III-IV sterk
Trompet - C-e
Trompet - vanaf f
Cremona 8' - disc.

Huidig orgel

Zaandam, Doopsgezinde Kerk Oostzijde.
Situatie tot 1953. Foto © Collectie P. Bron

In 1968 werd het Quellhorst-orgel vervangen door een instrument van Bätz, in 1838 gebouwd voor de Doopsgezinde Kerk aan de Oostzijde in Zaandam. Het was in 1861 overgeplaatst naar een nieuwe kerk door C.G.F. Witte en werd na opgelopen brandschade in de winter van 1867/1868 hersteld. Op een onbekend moment werd het bovenwerk uitgebreid met een Prestant 8’ en werd de Gemshoorn 2’ vervangen door een Dulciaan 8’.
Nadat de Doopsgezinde Kerk aan de Oostzijde in Zaandam in 1953 werd gesloten, werd het orgel opgelsagen en na een restauratie door Flentrop in 1968 in de Hervormde Kerk in Krommenie geplaatst. De Dulciaan 8’ werd hierbij weer vervangen door een Gemshoorn 2’. De toen onvindbare originele balgen van Bätz werden later teruggevonden en zijn gebruikt bij het orgel van de Grote Kerk in Edam. Adviseurs bij de werkzaamheden waren Wilelm Hülsmann en Cor Edskes. Op 2 november 1969 is het Bätz-orgel in gebruik genomen in Krommenie.

Dispositie van het Bätz-orgel (1838) vanaf 1969:

Hoofdwerk:

Bovenwerk:

Pedaal:

Bourdon 16'

Prestant 8'

Aangehangen aan hw

Prestant 8'

Holpijp 8'

Holpijp 8'

Viola di Gamba 8' - vanaf gis

Werktuiglijke registers:

Octaaf 4'

Salicionaal 4'

Manuaalkoppel

Fluit 4'

Roerfluit 4'

Afsluiter Hoofdwerk
Quint 3' Gemshoorn 2' Afsluiter Bovenwerk
Octaaf 2' Tremulant Bovenwerk
Mixtuur III-VI sterk
Cornet IV sterk disc.
Trompet 8' basc./disc.

Terug naar boven