Orgels / Zaandam / Westzijder- of Bullekerk
Westzijde 75, Zaandam

Kerk

Op 26 juni 1637 gaven de Staten van Holland en West-Friesland de Schepenen en Regeerders van Westzaandam toestemming een eigen kerk te bouwen. Er was een lange tijd van een heuse onafhankelijkheidsstrijd van de kerk van Oostzaandam. De bouw vond waarschijnlijk geheel in eigen beheer plaats. Het werd een kruiskerk die op 4 oktober 1640 werd voltooid. Op 14 oktober 1640 werd voor het laatst Heilig Avondmaal in de Oostzijder- of Oude Kerk bediend voor lidmaten van de beide zijden van de Zaan en de 18e vond de eerste dienst in de Westzijder- of Nieuwe Kerk plaats.
Groei van de gemeente zorgde voor uitbreiding. In 1671 begon men hiermee, door te weinig financiën duurde het lang voor de kerk naar het westen daadwerkelijk was uitgebreid. Ook aan de oostkant kwam een uitbreiding en in 1692 had de kerk haar huidige vorm. De kerk kreeg in 1640 een kleine toren met luidklok, vervaardigd door klokkengieter Asweres Koster uit Amsterdam. In 1675 werd een nieuwe grote klok geleverd, in 1810 opnieuw vergoten en in 1942 op het laatste moment gered van wegvoering naar Duitsland door de bezetters.
Door een ongeluk in 1647, waarbij een boer en zijn zwangere vrouw door hun losgebroken stier werden gedood en het vroeggeboren jongetje negen maanden later, kreeg de Westzijderkerk de bijnaam Bullekerk. De slachtoffers werden in deze kerk onder grote belangstelling begraven en de grafsteen is nog steeds aanwezig. Een onbekende kunstenaar visualiseerde "'s werelds eerste keizersnee" op een schilderij "Stiers Wreetheydt". Het schilderij gaf zoveel bekijks dat het in 1843 werd overgeschilderd. De koster verwijderde in 1869 de witte schilderlaag weer.
In 1743 is de kerk gerestaureerd, gevolgd door in 1802, 1833-1834. In 1860 werd de kerkekamer in de zuidwesthoek van de kruiskerk afgebroken en ewrd een nieuwe consistoriekamer in de noordwesthoek gebouwd. Architect was Zaandammer L.J. Imminck. In de periode 1896-1899 werd de kerk gesloten in verband met funderingsproblemen. Het scheelde niet veel of een nieuwe kerk was gebouwd, maar op advies en na financiële hulp van E.G. Duyvis uit Koog aan de Zaan werd besloten de 17e-eeuwse Westzijderkerk te restaureren. Vanaf 1963 volgde opnieuw een restauratie, voltooid in de jaren '70.
In 2018 is besloten de Westzijderkerk te verkopen aan de Stichting Stadsherstel, een restaurantexploitant en exploitant van Business Center De Bedrijvige Bij in Koog aan de Zaan.

Hoofdorgel

Situatie 1898-1976

Al minimaal sinds 1649, dus negen jaar na de ingebruikname van de kerk, moet er een orgel in de Bullekerk hebben gestaan. In dat jaar was er namelijk sprake van "Mr. Gerrit Vederman, Organist tot Saenredam." Over dat orgel is niets bekend.
In 1655 zou een nieuw orgel zijn geplaatst, gebouwd door Johannes Hof(f)man. Van hem is niet meer bekend dan dat hij vooral kleine orgels bouwde, waaronder huisorgels. Het Hoffman-orgel werd in 1677 verplaatst (uit de westbeuk of de westmuur in de zuidbeuk) naar de zuidmuur waar nu het grote predikantenbord hangt. Roeloff Barentszn Duijschot verplaatste het orgel samen met zijn zoon Johannes. Mogelijk breidden ze het gelijktijdig uit. Ze kregen hiervoor respectievelijk f400,- en f100,-.
In 1711, ruim dertig jaar na voltooiing van de kerkuitbreiding, werd het orgel naar de huidige plek, de westelijke beuk, verplaatst. Toen werd speciaal voor de blaasbalgen het westportaal (dodeningang) gebouwd. Opnieuw voerden vader en zoon Duijschot de werkzaamheden uit. In veel literatuur wordt gesteld dat het orgel toen feitelijk opnieuw werd gebouwd, met gebruik van ouder pijpwerk. Het jaartal kwam ook op de orgelkas. Het werk kostte f2341,-. In mei 1712 werd het Duijschot-orgel in gebruik genomen. Organisten d'Graef van de Nieuwe Kerk en de Koninck van de Oude Kerk in Amsterdam waren adviseur. Zij mochten na de inwijding in herberg "De Otter" op de Dam in Zaandam voor f12,- en 4 stuivers gaan eten op kosten van het dorpsbestuur van Westzaandam. In 1712 kreeg Johannes Duyschot nog f985,- (overigens schrijft de Zaandamse organist Jan Zwart in 1927 in een brochure ter gelegenheid van door hem gegeven orgelconcerten in de Bullekerk dat die verplaatsing in 1695 plaatsvond).

Dispositie van het Duijschot-orgel (1712) :

Hoofdwerk:

Bovenwerk:

Pedaal:

Praestant 8'

Bourdon 16'

Aangehangen

Octaav 4'

Praestant 8'

Super Octaav 2'

Holpyp 8'

Sexqualtra

Octaav 4'

Mixtuur

Fluit 4'

Scherp

Cornet

Trompet 8'


In 1802 werd het orgel samen met het wulft (tongewelf) geschilderd door Jan Keyser. Het schilderen van het orgel kostte f300,-.
In mei 1844 begonnen de Amsterdamse orgelmakers Flaes en Brünjes met een restauratie. Zij rangschikten de bestaande dispositie anders over de beide klavieren. Zij breidden het orgel met 1 stem uit. Op 27 april 1845 volgde de inwijding met als preektekst "Alles wat adem heeft love den Heere". Deze tekst werd ook op de orgelkas geschilderd.
Toen de zuidmuur in 1897 begon te verzakken en de kerk gerestaureerd moest worden, was het orgel er ook slecht aan toe. Steenkuyl repareerde voor f1500,
Ondanks dat de toenmalige organist H.W. Flentrop ook andere orgels bezocht in Assen en Harlingen, werd in 1897 besloten het bestaande orgel te handhaven, maar grondig te laten verbouwen door de firma Steenkuyl, de opvolger van de firma Flaes & Brünjes. Opvallend is dat toen al voor restauratie werd gekozen en niet voor een nieuw orgel, terwijl in datzelfde jaar de kerk tijdelijk werd gesloten wegens verzakking en er sprake was van de bouw van een nieuwe kerk. Pas in 1899 zou besloten worden de bestaande kerk te restaureren. Ook in 1899 ging orgelbouwer Steenkuyl aan de slag. Steenkuyl bouwde voor slechts f1500,- in de oude kas een pneumatisch orgel, waarbij slechts een klein deel van het oude binnenpijpwerk bewaard bleef. Wel werden de oude frontpijpen en enkele andere registers opnieuw gebruikt. Het aantal van 14 stemmen werd nu vergroot tot 20.
Op maandag 16 april 1900, tweede paasdag, werd het orgel in gebruik genomen met een concert door organist Flentrop. Naast een violist en zanger gaf ook de Amsterdamse organist Albert Pomper (1862-1917), organist van de Oude Lutherse Kerk aan het Spui en docent van Flentrop, zijn medewerking met een Andante Cantabile en Allegro Vivace en Psalm 121 voor zang, viool en orgel. Flentrop speelde diverse literatuurstukken en een eigen Fantasia over "Allein Gott in der Höh sei ehr".

Dispositie van het Duijschot/Steenkuyl-orgel (1712/1900) :

Hoofdwerk:

Bovenwerk (in zwelkast):

Pedaal:

Bourdon 16'

Holfluit 8'

Subbas 16'

Prestant 8'

Gemshoorn 8'

Gedekt 8'

Fluit 8'

Salicionaal 8'

Openbas 8'

Octaaf 4'

Viola 8'

Quint 3'

Vox Celeste 8'

Octaaf 2'

Fluit Harmonique 4'

Werktuiglijke registers:

Mixtuur III-IV sterk

Woudfluit 2'

Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk

Cornet V sterk

Basson Hobo 8'

Octaafkoppel

Trompet 8'

Koppel Pedaal-Hoofdwerk

 

Koppel Pedaal-Bovenwerk

  Vier vaste combinaties
    Tremulant

Er volgden hierna nog kleine wijzigingen in de dispositie bij reparatie door H.W. Flentrop (1909 en 1936) en de firma Adema & Zn. (1913 en 1916).
Orgelbouwer H.W. Flentrop bleef sinds 1893 50 jaar organist. Nadat Jan van Wijkhuizen het orgel 10 jaar bespeelde, werd in 1954 Ans Tromp (1914-2018) als organiste aangesteld. Zij bespeelde het orgel tot 1997.
In 1976 voerde Flentrop een reconstructie uit aan de hand van de oude dispostie volgens Hess (1774). Deze werd echter uitgebreid met een vrij pedaal en ook enkele stemmen op de manualen zijn toegevoegd. De oude stemmen zijn (van het hoofdwerk) de Prestant 8', Octaaf 4' en Octaaf 2', (van het bovenwerk) de Bourdon 16' disc, Prestant 8', en Octaaf 4'. Op 20 december 1976 kon het orgel weer in gebruik worden genomen. Het werd hierbij bespeeld door de adviseur tijdens de restauratie, Willem Retze Talsma, en door de cantor-organiste van de kerk, Ans Tromp.

Huidige dispositie van het Duijschot/Flentrop-orgel (1712/1976):

Hoofdwerk:

Bovenwerk:

Pedaal:

Prestant 8'

Bourdon 16' disc.

Bourdon 16'

Holpijp 8'

Prestant 8'

Prestant 8'

Octaaf 4'

Holpijp 8'

Octaaf 4'

Octaaf 2'

Quintadeen 8'

Trompet 8'

Mixtuur III-IV sterk

Octaaf 4'

Scherp IV sterk

Fluit 4'

Werktuiglijke registers:

Sesquialter II sterk

Fluit 2'

Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk basc./disc.

Cornet IV sterk disc.

Koppel Pedaal-Hoofdwerk

 

Vox Humana 8'

Koppel Pedaal-Bovenwerk

  Trompet 8' Tremulant Bovenwerk
    Tremulant

In 2006 is het Duijschot/Flentrop-orgel geheel schoongemaakt, waarbij de loden conducten van de laden naar de frontpijpen zijn vervangen. De Quintadeen 8' is hierbij geherintoneerd.

Koororgel

De heer P.J. van Midden, werknemer bij de firma Flentrop, bouwde in de jaren 1968-1970 een orgel met één manuaal en zonder pedaal. Het instrument is na zijn overlijden door zijn weduwe in bruikleen gegeven van de Hervormde Gemeente in Zaandam, die het in de Westzijderkerk als koororgel plaatste. Het is later in de Noorderkerk in Zaandam geplaatst en staat momenteel te koop.

Dispositie van het Van Midden-orgel (1970):

Manuaal:

Werktuiglijke registers:

Gedekt 8' basc./disc.

Tremulant

Dwarsfluit 8' disc.

Roerfluit 4' basc./disc.

Prestant 2' basc./disc.

Sifflet 1' basc./disc.

Terug naar boven