Orgels / Westzaan / (Voormalig) Gereformeerde Kerk
Groene Jagerstraat 2, Westzaan

Kerk

Situatie 1885-1928


Situatie 1928-1978                                          Situatie sinds 1978

De Afgescheidenen in Westzaan hadden vanaf 1885 hun intrek genomen in het tot kerk verbouwde Verenigingsgebouw aan het Zuideinde. Het werd voor de gelegenheid voorzien van een kerktorentje.
In 1928 werd onder leiding van de architecten J. en D. Eilmann een nieuwe kerk gebouwd aan de Groene Jagerstraat in de stijl van de "Amsterdamse School". P. Rot Gzn legde op 30 juni 1928 de eerste steen. De bouw van de toren werd financieel mogelijk gemaakt door de familie Rot, die vlak bij de kerk een houthandel had.
Begin jaren '30 moesten er flinke werkzaamheden aan de kerk gebeuren, omdat de kapconstructie niet bleek te deugen.
De oude kerk aan het Zuideinde werd nadien gebruikt als verenigingsgebouw en in 1943 verkocht aan de koster. Het kreeg daarna de functie van stalhouderij en daarna als smederij. Het 19e-eeuwse pand is in 1975 verbrand.
Nadat in 1972 een Samen-op-Wegproces werd gestart met de Hervormde Gemeente van Westzaan, bleek al heel vlug dat het onderhoud van twee gebouwen te kostbaar was. In 1978 werd de Gereformeerde Kerk buiten gebruik gesteld en werden de diensten voortaan gezamenlijk in de Grote- of Sint Joriskerk gehouden. De torenklok van de Gereformeerde Kerk werd in 1983 aan de westgevel van de Grote Kerk aangebracht.
De Gereformeerde Kerk en het inmiddels daarachter verrezen verenigingsgebouw "De Bun" werden in 1980 aangekocht door particulieren. Ook de pastorie Zuideinde 73, in 1917 aangekocht van Johanna Hille-Emmer, de weduwe van een Zaanse biscuitfabrikant, werd in dat jaar verkocht. Uiteindelijk kwam er een partycentrum in de kerk. De vloer en de glas-in-loodramen zijn nog origineel.

Orgel

Links: Collectie fotoarchief Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed. Rechts: Collectie Familie A. van den Dongen.


De situatie sinds 1986 te Koog aan de Zaan.

Sinds minimaal begin 20e eeuw maakte men in de Gereformeerde Kerk van Westzaan gebruik van een harmonium. Anno 1912 bevond zich dat in niet al te beste staat meer, getuige de kerkenraadsnotulen van 12 maart van dat jaar: “Eindelijk neemt br Rot nog op zich te informeren naar de kosten van reparatie van ons orgel, wijl dit noodig gerepareerd moet.” In de notulen komt men er niet meer op terug, maar wel vinden we als uitgaven in het kasboek een bedrag van f10,- aan Goldschmeding, een leveranciers van harmoniums. Een vermelding in het archief van Flentrop dat er een orgel in de Gereformeerde kerk van Westzaan werd geplaatst, betreft hoogstwaarschijnlijk de tegenwoordig Christelijk Gereformeerde Kerk aan de J.J. Allanstraat, in die tijd Gereformeerde Gemeente. Daar werd namelijk in augustus 1913 voor f375,- een orgel geplaatst, naar alle waarschijnlijkheid een harmonium. Dat was iets dat H.W. Flentrop uit Zaandam de eerste jaren van zijn orgel- en muziekhandel geregeld deed. Sinds 1898 verkocht hij voor Goldschmeding namelijk harmoniums en piano's.
Ondanks dat in 1928 een grotere Gereformeerde kerk werd gebouwd, veranderde de situatie niet, want een inventarislijst van dit gebouw spreekt ook over “1 compleet Harmonium met vrij pedaal, orgelbank met muziekboeken enz enz.” op de galerij. Er zijn geen aanwijzingen dat de daaropvolgende jaren een orgel werd aangeschaft.
In 1933 werd Jan Janszn Zwart (1916-2003) benoemd als organist. In totaal zouden vijf van de zes zonen van Jan Janszn Zwart organist van de Gereformeerde Kerk worden: broer Dirk Janszn Zwart (1917-2002) verving Jan wanneer hij niet kon, rond 1938 werd Piet Zwart organist tot 1942, vanaf 1940 werd oudste zoon Stoffel Zwart (1911-1990) met zijn gezin lid van de gemeente en organist. Of de toen 29-jarige Zwart zelf de concrete aanleiding heeft gegeven, weten we niet, maar feit is dat midden in de Tweede Wereldoorlog er een orgel kwam. De houthandelaarsfamilie Rot te Westzaan is namelijk lid van de Gereformeerde Kerk van Westzaan en heeft financieel veel betekend voor de gemeente. Zo is onder meer een deel van het kerkgebouw in 1928 door hen gefinancierd en in mei 1942 berichtte P.C. Rot de kerkenraad dat zij een nieuw kerkorgel aanboden. Het bleek te gaan om een tweedehands instrument, geleverd door de firma Spiering. De herkomst is onbekend.

Dispositie van het ?-orgel tot 1943:

Manuaal I:

Manuaal II:

Pedaal:

Roerfluit 8'

Holpijp 8'

Subbas 16'

Prestant 4'

Nasard 2 2/3'

Octaaf 2'

Woudfluit 2'

Werktuiglijke registers:

Cornet IV sterk disc.

Koppel Manuaal I-Manuaal II

Mixtuur IV sterk

Koppel Pedaal-Manuaal I

Vox Humana 8'

Tremolo


Bij de plaatsing door Spiering is het instrument, tot dan toe voorzien van een mechanische sleeplade met een dubbele kleppenkast voor het eerste en tweede manuaal, met pneumatische kantslepen uitgebreid. Een nieuwe Prestant 8’ voor in het front werd op deze pneumatische lade geplaatst, evenals een Viola 8’ en een Fluit 4’ voor het tweede manuaal. In dit verband werd in het voorjaar van 1943 besloten een orgelcommissie te benoemen, “die dan tevens de diensten van de organisten regelt, opdat het niet meer voor komt dat wij in de diensten zonder organist zitten.” P.C. Rot werd voorzitter, Stoffel Zwart werd secretaris en H. Verkuil penningmeester. Zwart pleitte voor de benoeming van slechts één organist. De argumenten die hij daarvoor gebruikte, zijn ons helaas niet overgeleverd. Hij suggereerde zijn jongere broer Jaap Zwart (1924-2001). De kerkenraad zag daar niets in en benoemde naast beide broers Zwart als derde organist de heer Verkuil. Op 10 juni 1943 werd het orgel in gebruik genomen met een bespeling door oud-organist Dirk Janszn Zwart. “De organist liet in enkele voordracht stukken hooren welk een prachtig kerkorgel wij nu bezitten. Het Geref Evang. Zangkoor verleende haar medewerking. Na een finale over Ps 146:1 van Jan Zwart, zingt de gemeente het koraal mee.”
Korte tijd later werd broer Jaap Zwart ook organist. Hij zal korte tijd hebben gespeeld, halverwege de Tweede Wereldoorlog dook hij onder bij zijn broer Piet in de Wieringerweer. Inzake een geschil over de schorsing van dominee Schilder besloten 10 leden van de Gereformeerde Kerk Westzaan hun lidmaatschap op te zeggen, waaronder de Zwarten. Hun ouders waren immers bevriend met dominee Schilder. Dit kreeg in april 1945, juist enkele weken voor de Bevrijding, zijn beslag. Stoffel legde hiermee ook zijn organistenfunctie neer en beëindigde zijn werkzaamheden voor de orgelcommissie. Of Stoffels’ broer Jaap toen nog organist was, is niet duidelijk. In elk geval werd deze in 1947 organist van de Gereformeerde Kerk aan de Botermakerstraat in Zaandam.
Begin 1948 bleek het orgel, waar men vijf jaar eerder zo blij mee was, slecht aan de wensen te voldoen. “Er is bij het oorspronkelijke orgel een ander sisteem (sic) bijgebouwd, maar de verschillende lassingen zijn niet gemaakt zoals het moet”. Als er toen al reparaties hebben plaatsgevonden, dan bleek het niet afdoende te zijn. In de jaren erop werd de zwelkast verwijderd om meer geluid te verkrijgen, maar anno 1964 verkeerde het in zeer slechte staat. Aan het einde van dat jaar kreeg de firma D.A. Flentrop uit Zaandam het in onderhoud. In 1971 drong Flentrop aan op een restauratie maar geld was niet voorhanden. Organist dhr. Klaver voerde al enigen reparaties uit maar uiteindelijk werd pas in 1975 besloten het orgel schoon te maken en pijpwerk te herstellen. Door vertraging bij de firma Flentrop konden de werkzaamheden pas begin 1977 worden afgerond, maar niettemin bleef vooral de Subbas 16’ slecht of helemaal niet aanspreken. Ook moesten de membramen van de pneumatische uitbreiding uit 1943 dringend worden vernieuwd. Dit bleef achterwege.
Enkele jaren later, in 1978 werd de Gereformeerde Kerk buiten gebruik gesteld. Het orgel werd door D.A. Flentrop overgeplaatst naar de Kerk van de Nazareër aan het Zuideinde in Koog aan de Zaan. De oude kerk van deze gemeente was in 1984 verwoest, in 1986 werd een nieuwe kerk in gebruik genomen, waar het orgel uit Westzaan een plaats kreeg. De Vox Humana 8' werd vervangen, voor in de kerk kwam een speeltafel en de tractuur werd elektro-pneumatisch. S. de Wit uit Nieuw-Vennep leverde een nieuwe windmachine. Niet al het pijpwerk verhuisde mee naar Koog aan de Zaan: het houten pijpwerk kwam bij een timmerman in Westzaan terecht.
In 1999 werd de kerk van Koog aan de Zaan gedeeltelijk vernieuwd, het orgel bleef ongewijzigd. Het orgel is tijdens kerkdiensten echter nooit gebruikt en inmiddels is de speeltafel verwijderd.

Dispositie van het ?-orgel tussen 1943 en 1986:

Manuaal I:

Manuaal II:

Pedaal:

Prestant 8'

Holpijp 8'

Subbas 16'

Roerfluit 8'

Viola 8'

Octaaf 4'

Fluit 4'

Werktuiglijke registers:

Octaaf 2'

Nasard 2 2/3'

Koppel Manuaal I-Manuaal II

Cornet IV sterk disc.

Woudfluit 2'

Koppel Pedaal-Manuaal I

Mixtuur IV sterk

Tremolo

Vox Humana 8'

Terug naar boven