Orgels /
Westzaan / Zuidervermaning
Zuideinde 233, Westzaan
Kerk
Nadat de voorgaande Friese Doopsgezinde Vermaning uit 1664 (in gebruik genomen op 5 oktober)
aan het Zuideinde in Westzaan gebreken begon te vertonen, werd in 1731 een
nieuwe kerk in gebruik genomen. Overigens was er in 1629 al sprake van een vermaning in het Zuideinde, namelijk "het preekhuijs". Het derde 16 meter hoge gebouw werd in enkele maanden tijd gebouwd: in maart vond de aanbesteding plaats, op 10 juni werd voor het laatst in de oude kerk gepreekt, op 4 juli de eerste steen van het nieuwe gelegd en op 2 september werd dat in gebruik genomen. Onder meer de lichtkronen en kaarshouders op de banken werden meegenomen uit de oude vermaning. De totale kosten bedroegen f10.405,12.
Al in 1691 was voor de toenmalige vermaning een huis aangekocht om daar een "Arm- en Weeshuijs" te stichten. In 1718 gebeurde dat ook daadwerkelijk, na verbouw. Tot die tijd werden wezen bij gemeenteleden in huis ondergebracht. Een nieuwe verbouwing
volgde al in 1746, waarbij de huidige Weezenzaal, keuken en een walhuis ontstonden. De oude weezenzaal werd eetzaal. In 1885 werd het ingericht als kosterij.
In 1858 werden nieuwe stoelen aangeschaft voor f230,-.
In diezelfde eeuw voerde de firma Dekker herstellingswerk aan het dak uit, blijkens opschriften op de balken op de zolder.
In 1949 is de gemeente samengegaan met de Waterlands Doopsgezinde Gemeente, die
aan het Noordeinde een kerkgebouw had. Deze
Noordervermaning is in 1964 verkocht
aan de Gereformeerde Gemeente
Westzaan.
De officiële naamswijziging vond plaats op 19 februari 1951 en luidde sindsdien Verenigde Waterland-Fries Doopsgezinde Gemeente Westzaan.
Na een kerkrestauratie in 1931 onder leiding van architect J. Coenraad werden in 1965 werden vier ramen en een aantal dakpannen vernieuwd. Eind jaren '60 van de 20e eeuw ontstonden er plannen om het havengebied van Amsterdam rond het Noordzeekanaal uit te breiden. Ook een deel van de Westzaanse bebouwing diende te verdwijnen, waaronder de Zuidervermaning. Anno 1968 was het plan om deze dan wel elders in het dorp op te bouwen, om zodoende toch te behouden. Gelukkig ging het gehele uitbreidingsplan niet door en de Zuidervermaning bleef op de oorspronkelijke plek behouden.
In 1978 werden opnieuw diverse herstellingen aan de vermaning en het naastgelegen weeshuis, later in gebruik als kosterij, uitgevoerd. Sinds het voorjaar van 1979 is de kerk als eerste gebouw eigendom van de Stichting Oude Hollandse Kerken en wordt gebruikt voor allerlei culturele evenementen.
De geheel in hout opgetrokken Zuidervermaning is in 1995 geheel gereconstrueerd naar de oorspronkelijke toestand. Ook de oorspronkelijke kleurstelling werd hersteld.
In 1998 is de Doopsgezinde Gemeente van Westzaan gefuseerd met de Doopsgezinde
Gemeente Koog-Zaandijk. Sindsdien worden er nog 4 kerkdiensten per jaar van de Doopsgezinde Gemeente gehouden.
Orgel
Siutiatie tot 1880 te Edam, Kleine Kerk.
Situatie tot 1995. Foto © Collectie Stichting Oude Hollandse Kerken
Foto © Orgels
in
Noord-Holland:
Historie, bouw en gebruik
van de
Noordhollandse kerkorgels /Jongepier, Jan,
Nieuwkoop,
Hans van, Poot, Willem
In 1718 bouwde Matthias Verhofstad een eenklaviers orgel
voor de Kleine Kerk te Edam. Mogelijk maakte hij hierbij gebruik van een ouder
front, aangezien dit namelijk oorspronkelijk een zesvoets front moet zijn
geweest.
In 1778 werd door Johannes Engelbert Hageman uit Amsterdam vrijwel het volledige
binnenwerk van het orgel vervangen. De windlade en het pijpwerk werden vernieuwd
zodat uitsluitend de kas, het front, de klaviatuur, de mechanische aanleg en
drie blaasbalgen van Verhofstad behouden bleven. Wat betreft het pijpwerk bleven
slechts het deel van de Prestant 8' dat in het front stond en enkele pijpen van
de Sesquialter behouden.
Slechts drie jaar later, in 1781, werd een grote onderhoudsbeurt uitgevoerd door
J.M. Gerstenhouwer.
Het Verhofstad-orgel werd in 1850 hersteld door Matthias van den Brink, waarna het
orgel in 1880 werd verkocht toen duidelijk werd dat het schip van de kerk te
Edam zou worden afgebroken. In 1883 is dat daadwerkelijk gebeurd.
De Westfriesch Doopsgezinde Gemeente van Westzaan was op zoek naar een orgel en
begin 1880 werd een commissie benoemd 'die er met onvermoeiden ijver in
slagen mogt, om de algemeen belangstelling onder de leden zoodanig opte werken,
dat al spoedig genoegzaam fonds werd bijeengebragt, om tot de overname en
aankoop van een Orgel der Hervormde Gemeente te Edam te kunnen besluiten.'
In november 1880 ging Flaes het orgel in Edam "opnemen en tacseeren", een maand later ging het per schip richting Westzaan. In januari en februari
van het jaar erop werd het in de Zuidervermaning opgebouwd. De buitenste trompetblazende engelen werden hierbij verwisseld in
verband met de steunbalken van het dak. De luiken verdwenen, het windkanaal
werd vernieuwd en de frontpijpen werd opnieuw gefolied.
In het verslag over het jaar 1881 van de 'Frieze Doopsgezinde Gemeente Westzaan'
over 1881 staat over de ingebruikname te lezen: 'Wat de kerk aangaat mogt men
Zich reeds begin van het jaar verheugen in de voltooging van het Orgel, waarmede
reeds vorig Jaar werd aangevangen. Op 20 Februari 1881 werd hetzelve eenvoudig
feestelijk ingewijd, onver voorgang van den Leeraar D.S. de Waard. Ik geloof de
overtuiging uit te spreken van allen die dit feest bijwoonden, dat de Commisse
tot volvoering van dit gewigtige werk, alle roem mag dragen over haren arbeid,
dat de Gemeente dit instrument tot opluistering van hare samenkomsten, als
uitstekend voldoende Zal blijven waardeeren.'
Verder werd in dit verslag gemeld: 'De betrekking van Voorzanger, mede
door het Orgel overbodig geworden, is in begin van afschaffing. (...) De Heer W.
Francken Az. die als liefhebber geheel belangeloos de bespeling van hetzelve op
Zich nam, voldoet daaraan op zoo prompte en uitnemende wijze, als men van een
artist niet beter Zou mogen verwachten. Zoodat hij de Gemeente ten hoogste aan
Zich verpligt.
De rekening van Flaes voor alle werkzaamheden bedroeg f444,- en werd in maart 1881 voldaan. De totale kosten voor het nieuwe orgel bedroegen f969,-.
Het is niet duidelijk tot wanneer dhr. Francken de diensten begeleide, in
ieder geval was dhr. O. Bussemaker tot 1890 organist en volgde juffrouw W.P. van
het Kaar hem op. Otto Bussemaker trouwde namelijk in januari 1891 en vertrok met zijn vrouw, de dochter van de organist van de Grote Kerk A.J. Allan, naar Midwoud. In 1910 moest zij deze functie neerleggen wegens verhuizing. Na
veel reacties op een opgestelde advertentie te hebben ontvangen, werd W. Schipper Wzn in
haar plaats benoemd. Die heeft het orgel niet lang bespeeld, want in februari 1913
verzocht hij de heer Stelder uit Zaandam hem tijdelijk te vervangen. Tames Telder Azn (1885-1978)
was tot dan toe organist van de Hervormde Kapel in de Botenmakersstraat van Zaandam.
Korte tijd later besloot Schipper volledig als organist van de Zuidervermaning te
stoppen en Telder werd de vaste organist. Dat heeft hij gedaan tot 1954, ruim 42 jaar lang.
Vanaf de jaren '20 speelde hij slechts om de twee weken omdat de gemeente was samengevoegd met de
Waterlands Doopsgezinde Gemeente in Westzaan Noord
en nu om en om kerkdiensten in de Noorder- en Zuidervermaning werden gehouden.
Begin '20e eeuw werden de frontpijpen met aluminiumverf bestreken. Ook de registerplaatjes werden toen vervangen, vermoedelijk tussen 1900-1915. Niet bekend is wie dat heeft gedaan. Na een revisie door H.W. Flentrop te Zaandam in 1933, die het orgel toen al jaren in onderhoud had, kreeg het instrument eind 1938 een elektriche windmotor. In en kort na de Tweede Wereldoorlog begon het orgel in slechte staat te verkeren. Het pijpwerk diende gerestaureerd te worden en de spaanbalg moest eveneens hersteld worden. Gegevens wanneer deze reparaties hebben plaatsgevonden, ontbreken.
Eveneens is niet bekend wanneer na 1933 de Quint 3' in een Holfluit 4' werd gewijzigd, de Flageolet 1' in een Woudfluit 2' werd opgeschoven, het 1 3/5' koor van de Sexquialter werd verwijderd en een nieuwe Trompet 8' werd geplaatst.
Eind jaren '60 was het orgel al hard aan restauratie toe, maar deze heeft nog enkele decennia op zich laten wachten. Uiteindelijk na overname door de Stichting Oude Hollandse Kerken in 1979 is het orgel in 1995
gerestaureerd en gereconstrueerd naar de toestand in 1778 door Flentrop Orgelbouw uit Zaandam onder advies
van Jan Jongepier. Hierbij is de Trompet 8' nieuw gemaakt naar voorbeeld van
Hageman's tijdgenoot J.S. Strümphler. De luiken werden gereconstrueerd en de
marmerbeschildering werd weer blootgelegd.
Dispositie van het Hageman-orgel (1778) met gebruikmaking van Verhofstad-materiaal (1718) sinds 1995: |
|
Manuaal: |
Pedaal: |
Prestant 8' |
Aangehangen |
Holpijp 8' basc./disc. |
|
Prestant 4' | Werktuiglijke registers: |
Fluit 4' basc./disc. | Tremulant |
Quint 3' | Afsluiter |
Octaaf 2' | |
Flageolet 1' basc./disc. | |
Sesquialter II sterk disc. | |
Cornet III sterk disc. | |
Trompet 8' basc./disc. |