Orgels / Amsterdam / Bijbelcentrum 'Bij Simon de Looier'
Looiersgracht 70, Amsterdam

Eerste orgel (1898-1925)l
Tweede orgel (1938-1958)
Huidig orgel (1958-heden)

Kerk


Nadat in 1892 een deel van de Oud Gereformeerde Gemeente van ds. A. van den Oever zich afscheidde onder leiding van ds. M. Ozinga, ontstond te Amsterdam de Oud Gereformeerde Kerk. Nadat de gemeente van Ds. Ozinga enkele jaren bij elkaar kwam in een zaaltje, kon in 1894 een nieuwe kerk aan de Looiersgracht kon betrokken. De ingebruikname van de Looiersgrachtkerk vond plaats op 30 september 1894.
In 1906 splitste een deel van de Oud Gereformeerde Kerk zich af onder leiding van ouderling P.J. van Erk. Deze leden zochten aansluiting bij de Gereformeerde Gemeenten.
Nadat gesprekken over ineensmelting met de Gereformeerde Gemeente op niets waren uitgelopen, sloten de leden van de Oud Gereformeerde Kerk zich op 4 juli 1922 uiteindelijk aan bij de Christelijk Gereformeerde Kerk van Amsterdam. Deze gemeente had een kerkgebouw aan de Lauriersgracht. Een klein deel van de leden voelde echter niets voor deze aansluiting en zette de kerkdiensten in de Looiersgrachtkerk voort, tot in 1924 deze gemeente moest worden opgeheven. De laatste predikant van de gemeente, ds. W. Hendriksen, nam op 4 oktober 1925 een beroep aan naar de Christelijk Gereformeerde Kerk van Ede. Aangezien in Ede juist een nieuw kerkgebouw aan de Bergstraat was voltooid, nam ds. Hendriksen de preekstoel en het orgel uit Amsterdam mee... De Looiersgrachtkerk en het bijbehorende perceel Looiersgracht 72 werd in 1925 verkocht aan de in 1884 opgerichte cartonagefabriek en drukkerij van de firma A.F. Zürcher, die het gebruikten als garage en onderdeel van de fabriek. Deze fabriek was ook in de naastgelegen panden aan de  Looiersgracht 64-68, Tweede Looiersdwarsstraat en Oude Looiersstraat  gevestigd was.
De firma Zürcher liet de kerk redelijk intact. De banken op de begane grond werden verwijderd en er werd een nieuwe betonnen vloer gestort. De banken op de gaanderijen bleven aanwezig. Na acht jaar, in december 1933, werd het kerkgebouw en de hoekwoning verkocht aan de Gereformeerde Gemeente van Amsterdam, die sinds 1906 bijeen waren gekomen aan de Da Costakade en in de voormalige bewaarschool aan de Jacob van Lennepkade. De Looiersgrachtkerk werd voor f24.000,- eigendom van de Gereformeerde Gemeente. De onbewoonbaar verklaarde hoekwoning werd vervangen door een consistorie. Daarnaast werd een nieuwe preekstoel voor de kerk vervaardigd, oude banken werden door middel van een advertentie uit Harderwijk gehaald, opgeknapt en geplaatst en het gebouw werd geschilderd. Daarnaast werden de onbewoonbaar verklaarde woningen naast de kerk gesloopt en op deze plaats een consistoriekamer gebouwd. De stal werd omgevormd tot fietsenbergplaats. Het aantal zitplaatsen bedroeg 432. Op woensdag 22 maart 1934 werd de kerk in gebruik genomen.
Op zondag 20 augustus 1972 ging door brandstichting de consistorie in vlammen op. Het grootste deel van het kerkelijk archief ging hierbij verloren. De pyromaan probeerde ook de kerk te vernietigen door de statenbijbel op de preekstoel in brand te steken, maar deze wilde geen vlam vatten. Het aangestoken vuur bij het psalmboek op de voorlezerkatheder en enkele muziekboeken op de orgelbank ging als door een wonder vanzelf weer uit, zodat het kerkgebouw gespaard bleef. De herbouw van de consistorie, uitgebreid met een verenigingsgebouw, werd in 1974 gestart, op 30 januari 1975 werd het in gebruik genomen.
Vanwege het sterk teruglopend ledenaantal werd in 1994 de kerk gesloten. De laatste dienst vond plaats op 27 november.
In 1995 startte vanuit het evangelisatiewerk, uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten en op 28 oktober van dat jaar werd een bijbelwinkel geopend met de naam 'Bij Simon de Looier'. In 1998 en 1999 werd de kerk gerenoveerd waarbij de preekstoel werd vervangen door een lessenaar en de banken door stoelen. Sinds 4 april 1999 worden er op zondag weer kerkdiensten in het gebouw gehouden. Zie ook de website van de evangelisatiepost .

Eerste orgel (1898-1925)
Vier jaar na de ingebruikname van de Looiersgrachtkerk in Amsterdam, werd een orgel aangeschaft.

1661/1663?-1773: Schuilkerk "H. Fransiscus van Asissië ("De Boom") in Amsterdam.
Het eerste orgel van de Looiersgrachtkerk betrof een historisch instrument, dat zich in de 18e eeuw in de
schuilkerk "H. Fransiscus van Asissië ("De Boom") in Amsterdam bevond. Het is niet duidelijk of het ook voor deze kerk gebouwd was. Ook de bouwer is niet bekend; gezien een inscriptie op een pijp van de Blokfluit 4' is het mogelijk gebouwd in 1661: "Holfluyt 4 voet gemaeckt den 17 Augt 1661". Het betrof een eenklaviers balustrade-orgel, waarvan de speeltafel aan de achterzijde was. Het instrument had een manuaalomvang van C-c'''.

1773-1898: De drie rooms katholieke kerken van Uitgeest
In 1773 werd het orgel door orgelbouwer J.P.Hilgers overgeplaatst vanuit Amsterdam naar de voormalige schuilkerk van de Rooms Katholieke Parochie van Uitgeest. Hilgers bouwde een nieuw orgel voor "De Boom".
Nadat de schuilkerk in Uitgeest dusdanig bouwvallig was dat zangkoor en orgel in 1829 onderschraad moesten worden, werd uiteindelijk besloten een nieuwe kerk te bouwen. Deze werd in 1834 in gebruik genomen en voor f670,- plaatste orgelbouwer A.F. Sommer & Zoon uit Amsterdam het orgel over naar de nieuwe kerk in Uitgeest. Hierbij werd het schoongemaakt en uitgebreid met een "gehalveerde" Prestant 8'. Ook werd een aangehangen pedaal toegevoegd en is het orgel een halve toon hoger gestemd.
In 1848 werden de blaasbalgen opnieuw beleerd door J. Schavenmaker.
Tussen ca. 1850 en 1862 bezocht George Hendricus Broekhuyzen Sr. het orgel van Uitgeest en vermeldde in zijn "Orgelbeschrijvingen" de dispositie die hij toen aantrof:

Dispositie van het orgel (1661?) rond 1850:

Manuaal:

Pedaal:

Werktuiglijke registers:

Prestant 8’ doorlopend

Aangehangen

Tremulant

Holpijp 8' doorlopend

 

Ventil

Octaaf 4'

 

 

Fluit 4'

 

Blokfluit 4' disc.

 

 
Quint 3'    
Octaaf 2'    
Tertiaan [1 3/5']    
Mixtuur II-III sterk    
Sesquialter II sterk    
Cornet III sterk    

De Amsterdamse orgelbouwer J.P. Smit wijzigde het orgel in 1860 drastisch. Het werd uitgebreid tot een tweeklaviers orgel in een grotendeels nieuwe kas met een front op 8'-basis. De bazuinblazende engelen kregen een plaats op de zijtorens, op de middentoren kwam een nieuw beeld van 'Koning David'. De speeltafel werd vernieuwd maar bleef wel aan de achterzijde. De mechanieken van het hoofdwerk bleven ongewijzigd, de Octaaf 4' van het hoofdwerk werd vernieuwd en vermoedelijk zijn ook enkele vulstemmen verdwenen. Mogelijk is oud pijpwerk opnieuw gebruikt voor nieuwe registers: een Holpijp 8', Roerfluit 4' en Woudfluit 2'.
In 1870 werden de blaasbalgen gerepareerd.
In 1885 werd de huidige
Kerk van Onze Lieve Vrouwe Geboorte in Uitgeest in gebruik genomen, waarbij het orgel opnieuw werd overgeplaatst. Dit keer werden de werkzaamheden uitgevoerd door L. Ypma uit Alkmaar waarmee een bedrag van f192,37 was gemoeid.
Nadat in 1897 met de firma P.J. Adema het contract was getekend voor een nieuw orgel, werd het oude instrument te koop aangeboden.

1898-1925: De Looiersgrachtkerk

Situatie 1898-1925                                          
Foto ©: Tijdschrift 'De Mixtuur', 1984        

De toenmalige predikant van de Oud Gereformeerde Gemeente van Amsterdam, ds. M. Ozinga, bezichtigde het orgel op 15 juli 1898 in gezelschap van P.J. Adema. Hierbij werd gekeken of het orgel geschikt zou zijn voor plaatsing in de Looiersgrachtkerk in Amsterdam, die vier jaar eerder was gebouwd. De koop werd gesloten en in augustus 1898 werd het 18e-eeuwse orgel weer teruggebracht naar Amsterdam, waarvandaan het ruim honderd jaar eerder, in 1773, was vertrokken. De overplaatsing naar de Looiersgrachtkerk werd uitgevoerd door P.J. Adema, waarbij werkzaamheden aan de 'blaasbalgerij' en de windkanalen werden uitgevoerd; mogelijk werden deze vernieuwd. De kas werd voorzien van een vernislaag.
In maart 1904 voorzag Adema het orgel van een neiuwe blaasbalg, werd het draadwerk en de mechanieken vernieuwd en het orgel opnieuw geïntoneerd en gestemd voor f275,-.
Vier jaar later, in 1908, herstelde A.S.J. Dekker uit Goes het orgel, waarbij vermoedelijk twee strijkers op het bovenwerk werden geplaatst: een Gamba 8' en een Céleste 8'. Het materiaal van dit pijpwerk was van zink. Het orgel werd in gebruik genomen met een bespeling door de destijds 'legendarische' organist C. Pameijer (1870-1940), organist van de Oude Kerk in Amsterdam.

1925-1957: De Christelijk Gereformeerde Bergstraatkerk te Ede

Situatie 1925-1957 in de Bergstraatkerk te Ede.
Foto ©:
fotoalbums.cgkede.nl

Bij verkoop van de Looiersgrachtkerk in 1925 vertrok de laatste voorganger van de gemeente, ds. W. Hendrikse, naar de Christelijk Gereformeerde Kerk aan de Bergstraat in Ede. Naast de preekstoel nam hij ook voor f200,- het orgel mee, dat geschikt bleek voor het juist gereedgekomen kerkgebouw te Ede. Het instrument werd met paard en wagen vanuit Amsterdam naar Ede vervoerd. Een van de beelden die op het orgel stond, was dusdanig door de houtworm aangetast dat het onderweg in een sloot werd gegooid... In de Bergstraatkerk in Ede werd voor f420, een galerij in de kerk gebouwd, waar het orgel een plaats op kreeg. Orgelbouwer R.N. van Dam uit Utrecht bouwde het orgel op voor f189,-. Het werd op donderdag 29 april 1926 in gebruik genomen, waarbij het op uitnodiging daartoe van de kerkenraad werd bespeeld door P. Fernhout, muziekleraar uit Amsterdam. 
Toch bleek het instrument niet goed te functioneren, zodat het in 1944 voor f200,- opnieuw door R.N. van Dam werd nagezien en verbeterd.
Restauratieplannen in 1949 door de firma Koch voor f1.595,-, waarbij diverse registers vervangen zouden worden, gingen niet door. Maar omdat het orgel onbevredigend bleef, werd besloten een orgelfonds op te richten.
Ondanks de mededeling op 4 september 1952 van orgelbouwer J.C. Sanders uit Utrecht dat hij het instrument voor f8.000,- zou kunnen herstellen, werd in 1956 toch besloten een nieuw orgel te laten bouwen door de firma De Koff onder advies van M.A. Vente. Het nieuwe orgel werd op 17 mei 1957 in gebruik genomen.
 
1957-ca. 1977: Dhr. Modderkolk te Ede

Situatie 1957-ca. 1977 Particulier te Ede                         
Foto ©: Collectie W.E. Modderkolk

Na de plaatsing van een nieuw orgel in de Bergstraatkerk in Ede werd het oude orgel voor f500,- verkocht aan dhr. J. Modderkolk in Ede, die het in 1958 in zijn huis weer opbouwde.

Ca. 1977-heden: Wijkgebouw Rehoboth Ede/Fa. Kaat & Tijhuis te Kampen (front), Orgelbouw G. van Buuren te Heukelom (17e eeuws deel van het pijpwerk), particulier te Veenendaal (overige 19e-eeuwse en 20e-eeuws toevoegingen)
Front

 
Situatie ca. 1977-1985 Wijkgebouw Rehoboth te Ede        
©: Collectie W.E. Modderkolk


Rond 1977 werd het orgel door zijn zoon, W.E. Modderkolk gedemonteerd. Het front werd door dhr. J. Modderkolk sr. geschonken aan het Hervormd Zangkoor Jublilate in Ede. De leden van dit koor gebruikten het voor het tweeklaviers Leeflang-unitorgel uit 1958, gebouwd voor de Trouwzaal van "De Bergpoort", het gemeentehuis van Ede. Dit orgel kreeg, voorzien van het historische front uit 1860, een plaats in het wijkgebouw Rehoboth in Ede, de repetitieplaats van Jubilate. De consoles onder de torens die in de Bergstraatkerk nog aanwezig waren, waren in de loop van de jaren verdwenen, zodat deze nieuw werden bijgemaakt.
Bij de bouw van een nieuwe wijkgebouw in 1985 werd het Leeflang-orgel uit 1958 met het historische 19e-eeuwse front verkocht aan de firma Kaat & Tijhuis in Kampen, waar het is gedemonteerd en opgeslagen.

17e eeuws deel
Nadat gesprekken met orgeladviseur Lambert Erné over mogelijke reconstructie van het 17e-eeuwse deel van het orgel (windlade met pijpwerk van het hoofdwerk, het wellenbord, registermechaniek, onderklavier, pedaalklavier en koppelwellenbord) in verband met zijn overlijden in 1971 op niets uitliepen, werd dit materiaal rond 1977 verkocht aan orgelmaker Gert van Buuren uit Heukelom. Hier ligt het momenteel in gedemonteerde toestand opgeslagen en wordt studie gemaakt van de herkomst van het pijpwerk. Uit een voorlopige studie is al wel gebleken dat de Holpijp 8', Gedekte Fluit 4', Blokfluit 4' disc. en de Octaaf 2' bas van dezelfde factuur zijn en vermoedelijk bij de windlade horen. De Prestant 8', Quint 3' bas en Octaaf 2' disc. zijn ook van éénzelfde factuur. In de discant van zowel de Quint 3' als Octaaf 2' zijn pijpen van een oude Cornet aangetroffen. In de Mixtuur is pijpwerk aangetroffen met een duidelijk 19e eeuwsse factuur. Mogelijk is deze in 1860 (gedeeltelijk) vervangen?

Overig materiaal uit de 19e en 20e eeuw
Het mechaniek en latere toevoegingen bleven in eerste instantie bij dhr. Modderkolk aanwezig maar werden bij een verhuizing in 2004 verkocht aan een handelaar in muziekinstrumenten in Veenendaal. Daar staat het sindsdien in bespeelbare toestand opgesteld.


Situatie 1957-2004 Particulier te Ede  
Foto ©: Collectie W.E. Modderkolk     

 

Tweede orgel (1938-1958)

1938-1957: De Looiersgrachtkerk

Situatie 1938-1957. Foto ©: "75 jaar Gereformeerde Gemeente Amsterdam Centrum"

Nadat het eerste orgel van de Looiersgrachtkerk, geplaatst in 1898, in 1925 door ds. Hendriks was meegenomen naar Ede, heeft de kerk enkele jaren geen orgel gehad. Nadat de kerk, die tijdelijk als papierfabriek en garage had gediend, in 1933 was aangekocht door de Gereformeerde Gemeente, werd vanaf de ingebruikname in maart 1934 bij een harmonium gezongen. Wel werden in dat jaar kerkorgelcollectes gehouden, waarmee f142,09 werd opgehaald, in 1935 aangevuld met f19,65. In 1936 waren er geen inkomsten, in 1937 een gift van f1,-...
Uiteindelijk werd in 1938 voor f1.100,- een orgel gekocht, gebouwd door orgelmaker C. Verweys uit Amsterdam. Het betrof een eenklaviers instrument met elektro-pneumatische tractuur. Het orgel bestond uit ouder materiaal van onbekende herkomst en makelij en had een loos front. Bij de ingebruikname werd een collecte gehouden met een opbrengst van f25,37.

Oorspronkelijke dispositie van het Verweys-orgel (1938):

Manuaal:

Pedaal:

Werktuiglijke registers:

Prestant 8’

Aangehangen

Superkoppel

Holpijp 8'

 

Pedaalkoppel

Gamba 8’

 

Tremolo

Octaaf 4'

 

Mixtuur III sterk

 

 

Nog geen twintig jaar later bleek het orgel niet goed te functioneren, zodat werd besloten een ander orgel aan te kopen. Dit werd in medio maart 1958 in gebruik genomen; het oude orgel is al enkele maanden daarvoor in 1957 verkocht.

1957-1982: Voormalig kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Rhenen

Situatie 1958-1982 te Rhenen. Foto ©:
collectie W. Hulsman

Voor enkele honderden guldens werd de Gereformeerde Gemeente van Rhenen eigenaar van het instrument. Deze gemeente had na een kerkscheuring in 1956 vanaf 4 september 1957 een houten noodkerk aan de Achterbergsestraatweg in Rhenen in gebruik genomen, waarin het Verweys-orgel boven de preekstoel een plaats kreeg. De overplaatsing werd uitgevoerd door de firma Fonteijn & Gaal uit Amsterdam. Het is niet duidelijk of het orgel al bij de ingebruikname in Rhenen in de kerk stond.
In 1966 werd het orgel voor f4280,- gerestaureerd. Het is niet bekend wat deze werkzaamheden precies inhielden. Wel is duidelijk dat op een zeker moment de Mixtuur is vervangen door een Cornet en op het pedaal een Subbas 16' is toegevoegd. Mogelijk is dat bij de restauratie in 1966 gebeurd.

Dispositie van het Verweys-orgel (1938) sinds 1966?:

Manuaal:

Pedaal:

Werktuiglijke registers:

Prestant 8’

Subbas 16’

Superkoppel

Holpijp 8'

 

Pedaalkoppel

Gamba 8’

 

Tremolo

Octaaf 4'

 

Cornet III sterk disc.

 

 

Toch bleek het orgel een zorgenkindje. In de jaren '70 van de vorige eeuw was er veel houtworm in de orgelkas, liet de blaasblag het nogal eens afweten en vroegen de leertjes van het mechaniek om vervanging. In 1979 werd een adviesrapport uitgebracht door orgelbouwer Pels & Van Leeuwen uit 's-Hertogenbosch. Het advies luidde niet meer in het huidige Verweys-orgel te investeren en in november 1979 besloot de ledenvergadering een nieuw orgel te laten bouwen bij W.N. de Jongh uit Lisse (opus 1). Dit instrument werd op 10 december 1982 in gebruik genomen. Het Verweys-orgel werd gesloopt, leden konden pijpen kopen dan wel krijgen. De rest is vermoedelijk door een orgelbouwer of hobbyist meegenomen.

 

Huidig orgel (1958-heden)
Het huidig orgel van de Looiersgrachtkerk, sinds 1999 'Evangelisatiepost en Bijbelcentrum Bij Simon de Looier', werd in 1932 gebouwd als concertorgel voor de muziekzaal van het Instituut van Blinden te Huizen.

1932-1958: Muziekzaal van het Instituut van Blinden te Huizen

Situatie 1932-1958 te Bussum. Foto ©:
collectie Koninklijke Visio B.V.

In 1930 werd aan de Amersfoortsestraat in Huizen begonnen met de bouw van een nieuw Blindeninstituut. Tot dan toe was blindeninstituut in Amsterdam gevestigd. In dit nieuwe complex werd een muziekzaal ingericht met een concertorgel, een Steinway vleugel uit 1927 en diverse pianos'. Blinde kinderen werden hier opgeleid tot kerkorganist, pianoleraar of pianostemmer.

Muziekdocent aan het instituut was al sinds het overlijden van organist Albert Pomper in 1917 Francois Bernardus Marinus (Frans) Hasselaar (Amsterdam, 17 januari 1885 - Bussum, 24 mei 1950). Hij was van 1907 tot 1927 organist van de Koepelkerk aan het Leidsebosje en daarna tot aan zijn dood in 1950 van de Westerkerk in Amsterdam. Zijn vader Marinus Francois Hasselaar (1860-1907) was overigens tot zijn overlijden organist van de Oude Kerk in Amsterdam.

Het concertorgel voor het Blindeninstituut in Bussum werd gebouwd door de 11 maanden jongere broer van Frans, Bernardus Jacobus (Bernard) Hasselaar, geboren op 17 december 1885 aan de Leidsestraat 85. Bernard Hasselaar was 'Stemmer en Reparateur van Piano's en Orgels', achtereenvolgens gevestigd aan de Sweelinckstraat 2, Hondecoeterstraat 48-1 en Wouwermanstraat 441 in Amsterdam en vertrok in februari 1919 naar Bussum. Zijn bekende werkzaamheden op het gebied van orgelbouw vonden plaats in de Hervormde Kerk te Lage Vuursche (onderhoud en herstel in 1906), de Hervormde Kerk van Groesbeek (verbetering in 1911, nieuwbouw in 1929, nog aanwezig), de Hervormde Kerk van Middenbeemster (restauratie en wijziging dispositie in 1923), de Doopsgezinde Kerk van Wormerveer (uitbreiding met zelfstandig pedaal in 1927). Bernard Hasselaar overleed op 5 september 1942 te Bussum.

Het materiaal van het orgel in Huizen werd aan B. Hasselaar geleverd door de firma A. Laukhuff GmbH uit het Duitse Weikersheim.  Het pneumatische instrument kende bij oplevering 14 stemmen, verdeeld over 2 manualen en pedaal. Het orgel had een pneumatische tractuur en de speeltafel stond opgesteld voor het orgel.

Het instituut werd officieel geopend op vrijdag 9 september 1932 door Koninging Wilhelmina in tegenwoordigheid van Prins Hendrik, waarbij F. Hasselaar het orgel bespeelde. Het Staat- en letterkundig nieuwsblad 'Het Vaderland' berichtte hierover de volgende dag: "Om 4 uur arriveerde de Koninklijke familie voor de stichting, waar Zij door het bestuur ontvangen werd. De hooge gasten met gevolg werden daarop geleid naar de muziekzaal, waar het orgel het Wilhelmus inzette. (...) Daarna is, onder leiding van den organist, F. Hasselaar, een inwijdingscantate gezongen door de leerlingen van het instituut,  waarna H.M. zich met de solisten, violiste en organist-componist onderhield. Ook Prinses Juliana sprak  eenige oogenblikken met de violiste. Hierop volgde een rondgang door het gebouw, waarbij aan de genoodigden thee werd geserveerd."

Oorspronkelijke dispositie van het Hasselaar-orgel (1932):

Manuaal I:

Manuaal II:

Pedaal:

Werktuiglijke registers:

Bourdon 16’

Gamba 8’

Subbas 16’

Koppel Manuaal I-Manuaal II

Prestant 8’

Aeoline 8’

Octaafbas 8’

Koppel Manuaal I-Manuaal II 16’

Roerfluit 8’

Fluit 4’

 

Koppel Manuaal I-Manuaal II 4’

Salicionaal 8’

Woudfluit 2’

 

Koppel Pedaal-Manuaal I

Gemshoorn 8’

Basson Hobo 8’

 

Koppel Pedaal-Manuaal II

Octaaf 4’

 

 

Tremolo

Quint 3’

 

 

Drie vaste combinaties (pp-ff-tutti)

Trompet 8’

 

 

 


Omdat het aantal leerlingen in de jaren '50 van de vorige eeuw sterk terugliep, werd besloten de muziekzaal te sluiten. Deze werd omgebouwd tot gymnastiekzaal en het orgel werd te koop aangeboden, onder meer in het tijdschrift "Organist en Eredienst": "Te koop aangeboden wegens wijziging in de opleiding van de blinden: een in goede staat verkerend pijporgel". De Steinway-vleugel is nog steeds in bezit van het blindeninstituut, thans Visio, een landelijke stichting voor slechtzienden.

 

1958-heden: De Looiersgrachtkerk/Evangelisatiepost 'Bij Simon de Looier' te Amsterdam

Situatie 1958-1998.
Foto ©: collectie J.P. Sinke

 


Foto ©: "75 jaar Geref. Gem. Amsterdam Centrum"                                                Foto ©: VOGG  
 

Het Hasselaar-orgel werd voor f6.000,- gekocht door de Gereformeerde Gemeente Amsterdam-Centrum. Het daar aanwezige Verweys-orgel bleek namelijk niet meer voldoende te functioneren, zodat in 1956 een orgelfonds was opgericht. In 1957 was een totaalbedrag van f428,50 opgehaald. De overplaatsing van het concert-orgel vanuit Huizen naar Amsterdam werd uitgevoerd door Fonteyn & Gaal. In de Looiersgrachtkerk moest de speeltafel naast het orgel op de galerij worden geplaatst, waarbij de pneumatische tractuur werd geëlektrificeerd. Daarnaast werd de Bourdon 16' van het eerste Manuaal, die vlak achter het front stond en waardoor de klankuitstraling van het overige pijpwerk belemmerd werd, verwijderd. In plaats hiervan werd een Octaaf 2' toegevoegd. De preekstoel werd eveneens vernieuwd. In medio maart 1958 werd het Hasselaar-orgel in de Looiersgrachtkerk in gebruik genomen.
 

Dispositie van het Hasselaar-orgel (1932) sinds 1958:

Manuaal I:

Manuaal II:

Pedaal:

Werktuiglijke registers:

Prestant 8’

Gamba 8’

Subbas 16’

Koppel Manuaal I-Manuaal II

Roerfluit 8’

Aeoline 8’

Octaafbas 8’

Koppel Manuaal I-Manuaal II 16’

Salicionaal 8’

Fluit 4’

 

Koppel Manuaal I-Manuaal II 4’

Gemshoorn 8’

Woudfluit 2’

 

Koppel Pedaal-Manuaal I

Octaaf 4’

Basson Hobo 8’

 

Koppel Pedaal-Manuaal II

Quint 3’

 

 

Tremolo

Octaaf 2’

 

 

Drie vaste combinaties (pp-ff-tutti)

Trompet 8’

 

 

 


Sinds 1998 is het gebouw in gebruik als evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten, met als naam Bijbelcentrum ‘Bij Simon de Looier’. Het orgel is in datzelfde jaar grondig gereviseerd door de firma De Jongh te Lisse. Hierbij is het front aangepast aan de nieuwe kerkzaal. Recent is het kerkinterieur opnieuw geschilderd, inclusief delen van de orgelkas.
 


Huidige situatie

 

Terug naar boven